In Utrecht vindt nu al een aantal jaar Pieces Of Tomorrow plaats. Geheel in de gedroomde geest van TivoliVredenburg worden op deze avonden bruggen geslagen van Pop naar Klassiek. Van liedje naar symfonie. En van moshpit naar plié. Als host van dit blasfemisch circus mag ik mezelf op het podium onderhouden met de dirigent. Terwijl het volk bier drinkt worden eeuwenoude meesterwerken stilgelegd voor een vleugje duiding. Waar ik in het begin nog wel eens door het Radio Filharmonisch Orkest aangekeken werd als verkeerde gangmaker op het juiste feest, is er door de jaren heen vanzelf een band ontstaan. Als de Mowgli van de klassieke jungle ging ik afgelopen week dan ook mee naar het jaarlijkse ‘Orkestfeest’.

Het RFO had voor de gelegenheid besloten maar meteen een heel eiland af te huren. Het is de eerste keer dat ik niet voor Pampus, maar op Pampus draai. Terwijl een moegestreden zon verdwijnt achter het Muiderslot, stroomt de dansvloer vol met mensen die ik toe nu toe alleen nog maar heb zien zitten. Vioolvirtuozen, blaasbazen of puike paukenisten, het blijken stuk voor stuk allemaal popmaagden. James Brown aanvragen terwijl James Brown opstaat, dat werk. De ongeëvenaarde muzikanten die bij Pieces Of Tomorrow steevast mijn benauwde geest verruimen, veranderen op de dansvloer in ontroerend groene plattelandspubers.

Als er “Heb je ook iets snellers?” aangevraagd wordt, hoef ik alleen maar van een kale, staccato beat (Daft Punk) naar een los, handgespeeld ritme (Haryou Percussion Group) op precies hetzelfde tempo te gaan om alle duimen en bijbehorende armen meteen weer omhoog te krijgen. Zoals voor mij klassiek nog steeds een onaards sprookje blijft, blijkt andersom de popmuziek voor het Radio Filharmonisch Orkest als die hagelwitte Disneypiste is waar jij als eerste overheen mag. Blij met elke meter, geen flauw benul van de kilometers aan afdelingen, bergtoppen, valleien en traumahelikopters om je heen.

Bij Pieces Of Tomorrow lopen we iedere keer weer de longen uit ons lijf te joelen voor het orkest. Op Pampus eindigt de avond in een toonvast “St. Paul bedankt, St. Paul bedankt”. Nog voor de laatste plaat (Robert Palmer met The Best Of Both Worlds) uitgestorven is, hebben blijdschap en trots alweer plaats gemaakt voor schuldgevoel. Ik heb er 106 nieuwe vrienden bij. Zij maar eentje.


(foto door Juri Hiensch)

Laat een reactie achter