Code rood. Zo zien naast onze zuiderburen sinds gisterochtend ook onze oosterburen de regio Utrecht. Nou had ik uitgerekend zaterdag in Duitsland een van de weinige enigszins normaal betaalde boekingen staan. Meteen dus maar een afspraak gemaakt voor een commerciële corona test op Schiphol. De enige mogelijkheid bleek (na twee uur bellen, ik bedoel wachten) vanochtend om 10:30. Wat betekent dat de uitslag uiterlijk morgen om 18:30 via de mail binnen zou moeten komen. Ik verwacht om 19:00 de grens over te rijden.
Dat moet Tom Cruise nog maar zien te tippen op zijn nieuwste missie!
De weg naar een boeking is er een met steeds meer hobbels, beren en wegrottende bordjes met “wij zijn gesloten” erop. Moeilijk vind ik het om te zien hoe sociaal en dienstbaar de cultuursector in Nederland haar best doet aan alles te voldoen. Buiten mag je alleen op je toegewezen plaats blijven zitten in kleine besloten groepjes, terwijl velden vol amateursporters gillend, zwetend en bloedend over elkaar heen rollen. Ook bínnen wordt in zaaltjes van Kuttingen tot Lopik naar hartelust gesport, daar waar de podia, theaters en nachtclubs vooral vanwege alle binnenregels een voor een omvallen of toekomstperspectief verliezen. En hey, ik sport ook graag. Veel en vaak. Het gaat niet om wat aan de ene kant wel mag. Maar om wat aan de andere kant onder dezelfde omstandigheden niet mag. De willekeur. Na jaren van cultuurbezuinigingen en systematische afvoer richting ZZP ondergaan te hebben, doet dit pijn.
Maar Oh My Thorbecke je zult nu maar beleid moeten maken in deze hel. Het is geen tegenstelling met de voorgaande boodschap, maar wel de brug naar wat ik eigenlijk wil vertellen; als er één ding prettig duidelijk werd afgelopen week dan is het dat niemand bij de complotgekkies (van plastieken BNers tot mijn muzikale jeugdheld Ian Brown) wil horen. Met de armen over elkaar komen we nergens. Het motiveerde mij om na maanden van onzekerheid, onrust en alle andere mogelijke samentrekkingen beginnend met on- hardop uit te spreken het einde van de tunnel te willen halen, zonder eromheen te lopen. Eerst naar mezelf. Vervolgens naar mijn directe omgeving. En daarna richting potentiële opdrachtgevers.
Hier ben ik.
Hier blijf ik.
In eerste instantie om puur egocentrische redenen. Niet langer leven in het ontmenselijkende niemandsland van de besluiteloosheid. Dit is wat ik mijn hele werkende leven gedaan heb. Dit is wat ik mijn hele werkende leven wil blijven doen. Luctør et emergø zou Paskal Jakobsen zeggen. Luctor en we zien wel, zeg ik. Liever bij volle bewustzijn ten onder aan de horizon van mijn mogelijkheden. Dan uit voorzorg weifelend richting achterdeur. Waarbij aangetekend dient te worden dat dit stoerder klinkt dan ik ben. Het is allemaal bij de gratie van ongeneeslijke verliefdheid. Wanneer daar ineens vanuit het niets een nieuw album van SAULT is, dan moet daar iets mee. Als niet prime time op een festival, dan maar in een popquiz, een playlist, een manifest als deze of op een terras in Tilburg.
Ik besef terdege dat ik in ieder geval nog die keuze heb. Mede dankzij een aantal gesubsidieerde podia en ook festivals die hun verantwoordelijkheid nemen. Dat voorrecht heeft niet iedereen. Genoeg dj’s en artiesten zien hun agenda’s zo opdrogen dat ze (in sommige gevallen met kinderen thuis) niks anders kunnen dan het leven zoals ze dat altijd gekend hebben helemaal om te gooien. Gedachten gaan ook uit naar Grote Voorbeelden als Joost van Bellen, die het zo deprimeert allemaal dat ze zich tijdelijk terug trekken. Of de beginnend muzikant die maar weer bij zijn of haar ouders is gaan wonen.
Het doet pijn zoveel getalenteerde mensen te zien gaan. Ook aan de productie en techniek kant. Veel arbeidskrachten verlaten de cultuursector en komen er elders achter dat het eigenlijk best prettig is: die betere arbeidsvoorwaarden, dat hogere loon en die zekerheid voor de toekomst. Mensen die we hoogstwaarschijnlijk niet meer terug zien. Het is naast werk ook een manier van leven die je niet zomaar even weer oppakt wanneer eenmaal uit het ritme geraakt, of -beter gezegd- wanneer ergens anders juist eindelijk een ritme gevonden.
Vanaf het moment dat ik gestopt ben met studeren en van het draaien ben gaan leven, heb ik iedere seconde genoten van het bouwen aan een alternatief universum waarin er ruimte is om jezelf te laten gaan, je te uiten zoals je wil, zo expressief te zijn als je wil, zo saai te zijn als je wil, opgetild te worden, geïnspireerd te raken, op andere ideeën te komen, perspectieven te krijgen of gewoon even alles te vergeten. Van groot festival tot klein cultureel centrum. Onderweg ben ik zoveel mooie mensen tegengekomen. Op het moment zelf was ik me daar nooit evenzeer van bewust (laat mij maar gewoon draaien!). Nu weet ik dat we elkaar nodig hebben. Elkaar vooruit zullen moeten duwen. Tot het moment dat we weer de luxe hebben om elkaar te vergeten.
En dat moment zal komen. Omdat we wat hebben om voor te vechten. De gedeelde ervaring. Als muziek mij ooit uit de aangeleerde hulpeloosheid van alledag heeft weten te trekken, waarom zou dat dan ook niet bij een ander lukken? Dát is wat ik wil vertellen. Vooral ook omdat het zo moeilijk lijkt een gezamenlijke stem te vinden. Laat staan een vuist.
Dat we in de openbare ruimte als het over cultuur gaat zelfs in Corona tijd niet verder komen dan een huilende André Rieu op tv is van een zeldzaam tergende tragiek. Begrijp me niet verkeerd. Het is net zo goed ontzettend naar voor André. Verdriet verdient nooit een weegschaal. Maar hij was toch echt ook uitgenodigd als stem van de cultuur. En als er dan vervolgens gevraagd wordt welke muziek André in zijn vrije tijd luistert en het antwoord luidt “ik luister zelf nooit muziek jongens, heb ik ook nooit gedaan” dan vallen hier de lijsters van het dak.
Zomaar een motivatie. Om te schrijven. Om te draaien. Om door te willen gaan. In het slechtste geval is het zelfoverschatting en kan ik altijd nog president van Amerika worden. In het beste geval dansen we straks met zijn allen de tunnel uit. De geluidstechnici, de lichtmensen, de programmeurs, de decorbouwers, de dj’s, de muzikanten, de componisten, de beveiligers, de publiciteitsmedewerkers, de ontwerpers, de boekers, de stage-hands, het barpersoneel en -vooruit- de geparfumeerde violisten.
Gepokt, gemazeld en vooral gebrand om jullie weer te laten voelen wat je al die tijd gemist hebt.
Beeld door Maan Limburg
Wow, mooi geschreven.